9 augustus 2013 NS wandeling Oostvaardersplassen [klik hier voor route]
We rijden rond 09.00 uur weg uit Brakel richting Flevoland. Aangekomen bij Almere heb je de keuze uit diverse “Almere’s”. Wij kiezen Almere-Oostvaarders, en daar parkeren we de auto bij het station. Er is parkeergelegenheid in overvloed. We nemen de trein van Almere-Oostvaarders naar Almere-centraal. Onderwijl doen we in nog geen tien minuten tijd nog twee stations aan. Als we het station uitlopen bevinden we ons hartje Almere. Hier begint ook de wandeling.
Twintig jaar na de eerste paal werd het stadscentrum ingericht. Tochtige winkelstraten met zicht op het open polderland, moesten veranderen in een gezellig centrum met cultuur. Als u het station aan de centrumzijde verlaat, loopt u het stadshart in. Het masterplan is van Rem Koolhaas en vorm gegeven door gerenommeerde architecten. In Almere is veel moderne architectuur, zoals het station zelf en de l’Hermitage naast het station. Dit zijn 3 enorme kantoorgebouwen. Het 30 verdiepingen tellende rode gebouw is het WTC. Aan de waterkant de twee torens ‘Side by Side’ en de Wave met golfvormige gevel. Tegenover het rechte van de polder, staat het gebogen maaiveld. Het verdeelt het stadscentrum in een onder- en bovenwereld. Vanaf het La Place terras van V&D (500 meter) heeft u een mooi uitzicht over de Citadel.
Het eerste stuk is een heel eind door Almere en uiteindelijk komen we aan de rand van de stad.
Al snel lopen we in de richting van de Lepelaarsplassen. Niets vermoedend lopen we richting de vogelhut. Wij denken dat we de enigen wel zullen zijn in de hut maar als we daar aankomen zijn er tocht een aantal mensen aanwezig. Allemaal houden ze hun fototoestel in gereedheid om de mooiste plaatjes te schieten. Sommige fototoestellen lijken meer op een raketwerper dan op een fototoestel. Ik durf mijn digitaal cameraatje nauwelijks te
voorschijn te halen.
Vogelhut De Lepelaar biedt u goed zicht op De Lepelaarplassen en de vele vogels die in dit moerasgebied leven. Er is een grote aalscholverkolonie en als u geluk heeft, kunt u de zeearend boven het gebied zien zweven. Het is een broedgebied voor weidevogels en eenden en ganzen overwinteren er. Lepelaars en reigers jagen in de ondiepe greppels en plassen op kleine visjes. Indien u wat langer in de observatiehut blijft, heeft u grote kans de ijsvogel te zien.
Als we weer verder lopen komen we langs het gemaal Blokq van Kuffeler. Dit gemaal houdt Zuidelijk Flevoland (Almere, Zeewolde) droog. Het pompt sinds 1967. De oorspronkelijke dieselmotoren zijn in 2007 vervangen door een elektromotor. Er wordt niet alleen regenwater uit de polder gepompt. Veertig procent van het weg te pompen water is kwel, water dat uit de bodem naar boven komt. Het gemaal is gebouwd als de brug van een schip, vanwaar je uitkijkt over het grote water. Aan de overzijde van het Markermeer ziet u bij helder zicht het Paard van Marken (witte vuurtoren).
We lopen weer verder en komen bij het zg. Wilgenbos. Rondom een voormalige zandwinplas is spontaan een wilgenbos ontstaan. Dit komt doordat de wilgenmatten, die gebruikt werden als ondergrond van de dijkverzwaring, spontaan zijn gaan uitlopen. Het bos doet denken aan een oerwoud, vrijwel ondoordringbaar. In het voorjaar wordt het Wilgenbos overspoeld met de klanken van zangvogels. Bijzondere bewoners zijn de ijsvogel en de bever. De natte natuurstrook tussen de Lepelaarplassen en de Oostvaardersplassen is voor veel dieren een belangrijke stapsteen op hun trekroute. De Oostvaardersplassen is een uniek natuurgebied. Duizenden jaren geleden zag ons land er uit zoals dit, nu voor Europa unieke, moerasland. Het diep gelegen, natte gebied tussen Almere en Lelystad was oorspronkelijk bestemd als industriegebied. Dat is er nooit gekomen. Door de Oostvaardersplassen is een aantal, bijna in Nederland verdwenen vogelsoorten, terug gekomen. De uitzichten over het gebied zijn uniek. U kunt er o.a. de grote zilverreiger, lepelaars, kiekendief en zelfs de zeearend waarnemen. Grote grazers als hekrunderen, konikspaarden en edelherten voorkomen dat het droge gedeelte dicht groeit. Een kleine, maar productieve grazer is de grauwe gans. Ook vossen zijn regelmatig te zien. Staatsbosbeheer beheert het gebied, maar het is de bedoeling dat dieren hier zo natuurlijk mogelijk leven.
Voordat we Almere weer binnen lopen komen we nog langs een prachtig uitkijkpunt waar we nog de nodige foto's maken. We spotten zelfs een paar Lepelaars.
De Oostvaardersplassen; een prachtig gebied, de wandeling voert door een gevarieerd landschap.
voorschijn te halen.
Vogelhut De Lepelaar biedt u goed zicht op De Lepelaarplassen en de vele vogels die in dit moerasgebied leven. Er is een grote aalscholverkolonie en als u geluk heeft, kunt u de zeearend boven het gebied zien zweven. Het is een broedgebied voor weidevogels en eenden en ganzen overwinteren er. Lepelaars en reigers jagen in de ondiepe greppels en plassen op kleine visjes. Indien u wat langer in de observatiehut blijft, heeft u grote kans de ijsvogel te zien.
Als we weer verder lopen komen we langs het gemaal Blokq van Kuffeler. Dit gemaal houdt Zuidelijk Flevoland (Almere, Zeewolde) droog. Het pompt sinds 1967. De oorspronkelijke dieselmotoren zijn in 2007 vervangen door een elektromotor. Er wordt niet alleen regenwater uit de polder gepompt. Veertig procent van het weg te pompen water is kwel, water dat uit de bodem naar boven komt. Het gemaal is gebouwd als de brug van een schip, vanwaar je uitkijkt over het grote water. Aan de overzijde van het Markermeer ziet u bij helder zicht het Paard van Marken (witte vuurtoren).
We lopen weer verder en komen bij het zg. Wilgenbos. Rondom een voormalige zandwinplas is spontaan een wilgenbos ontstaan. Dit komt doordat de wilgenmatten, die gebruikt werden als ondergrond van de dijkverzwaring, spontaan zijn gaan uitlopen. Het bos doet denken aan een oerwoud, vrijwel ondoordringbaar. In het voorjaar wordt het Wilgenbos overspoeld met de klanken van zangvogels. Bijzondere bewoners zijn de ijsvogel en de bever. De natte natuurstrook tussen de Lepelaarplassen en de Oostvaardersplassen is voor veel dieren een belangrijke stapsteen op hun trekroute. De Oostvaardersplassen is een uniek natuurgebied. Duizenden jaren geleden zag ons land er uit zoals dit, nu voor Europa unieke, moerasland. Het diep gelegen, natte gebied tussen Almere en Lelystad was oorspronkelijk bestemd als industriegebied. Dat is er nooit gekomen. Door de Oostvaardersplassen is een aantal, bijna in Nederland verdwenen vogelsoorten, terug gekomen. De uitzichten over het gebied zijn uniek. U kunt er o.a. de grote zilverreiger, lepelaars, kiekendief en zelfs de zeearend waarnemen. Grote grazers als hekrunderen, konikspaarden en edelherten voorkomen dat het droge gedeelte dicht groeit. Een kleine, maar productieve grazer is de grauwe gans. Ook vossen zijn regelmatig te zien. Staatsbosbeheer beheert het gebied, maar het is de bedoeling dat dieren hier zo natuurlijk mogelijk leven.
Voordat we Almere weer binnen lopen komen we nog langs een prachtig uitkijkpunt waar we nog de nodige foto's maken. We spotten zelfs een paar Lepelaars.
De Oostvaardersplassen; een prachtig gebied, de wandeling voert door een gevarieerd landschap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten