Maandag 6 april 2015 2e Paasdag.
De Kaapse bossen (hoogtepunten) bij Doorn [voor route klik hier]
We rijden rond de klok van tien uur richting Doorn, waar
we de auto parkeren bij Chalêt Helenaheuvel.
Dit chalêt en theehuis werd in 1931 gebouwd op de gelijknamige heuvel. Vroeger kon je hier een entreekaartje kopen voor het gebied. De naam is afgeleid van de oudste dochter van de familie Swellengrebel. Deze familie vestigde zich rond 1750 in Doorn. Zij kwamen in bezit van dit toen nog woeste heidegebied. Het deed hen denken aan Zuid-Afrika, waar zij jarenlang hadden gewoond. Daar komt de naam Kaapse Bossen vandaan.
Daar vandaan kan je opstappen op de route die wij willen
lopen. Het weer is aardig. Het is inmiddels droog en we gaan met goede moed op
pad.
We lopen over een stuk stuifzand. Dit heide- en stuifzandveld is een restant van het eens woeste heidegebied, dat vanaf de 18de eeuw steeds meer werd bebost. Zoek maar eens goed op de grond naar ‘Gods naaigaren’, een bijnaam van zandzegge. Deze plant van het open zand heeft ondergrondse, horizontale wortelstokken. Daarmee kan het plantje een zandvlakte snel veroveren.
Daarna leidt een pad ons het bos in. Veel naaldbomen.
Door de storm van kort geleden zijn er enorm veel takken afgewaaid.
We komen langs een stukje jong bos met een hek eromheen.
Het hek zorgt ervoor dat reeën de jonge boompjes niet direct opeten. Hier komt
hakhoutbos. Eens in de zoveel tijd wordt het hout geoogst, net als vroeger. De
hakhoutbossen leverden veel schors op, in de 19e eeuw een belangrijke grondstof
voor leerlooierijen. Tegenwoordig zijn het waardevolle bosjes waar bijzondere
planten en dieren voorkomen. Als het hakhout voldoende is uitgelopen, wordt het
raster weer weggehaald.
De paden zijn goed begaanbaar en de route is eenvoudig te
volgen via de blauwe markering op de paaltjes.
Een stuk verderop komen we langs een rijtje huizen die
vroeger aan de oude tramremise van Sandenburg toebehoorden. De huisjes deden
dienst als conducteurskamer, kolenopslag en ook het personeel woonde er. Het
tramlijntje verbond vanaf 1885 de plaatsen Doorn en Wijk bij Duurstede. Toen
aan het einde van de Tweede Wereldoorlog een bom de rails en de wagons
vernielde, hield de tram op te bestaan.
Het is inmiddels rond het middag uur. Tijd om ons brood op te eten. Dat doen we bij het Doornse Gat waar we inmiddels zijn aangekomen. Dit recreatieterrein ligt in een voormalige zandafgraving aan de noordzijde van de weg Doorn-Leersum (N225). Het Doornse Gat maakte aan het begin van de 20e eeuw deel uit van heidevelden, die de Utrechtse Heuvelrug tot die tijd bedekten. Er werd her en der grind gegraven voor het onderhoud van de wegen, en zand voor klein verbruik in de omgeving. Gedurende een aantal jaren heeft er een zandsteenfabriekje gestaan. Na beëindiging van de ontzanding is het terrein ingericht voor dagrecreatie.
Na de lunch gaan we weer verder. We lopen rond het
Doornse Gat en missen op een gegeven moment een markering en lopen ongeveer een
kilometer de verkeerde kan op. Als we daar achter komen keren we snel om en
zoeken de markering op om zo weer op de route te komen. Na enige tijd zien we
in de verte een prachtig landhuis liggen. Dat is het landhuis De Ruiterberg. Het oorspronkelijke huis werd in 1917 gebouwd in opdracht van de rijke Jan Wilmink, directeur van de grote Amsterdamse rederij Lloyd. Het was een gedurfde onderneming om in deze tijd zo’n grote buitenplaats aan te leggen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het huis door de geallieerden gebombardeerd in een poging de archieven van de Duitse geheime dienst te vernietigen. Na de oorlog werd het landhuis herbouwd in de sobere Delftse Schoolstijl. Het huis is particulier bewoond en is niet te bezoeken. Even verderop ligt het poortgebouw van dit landhuis gebouwd in Delftse Schoolstijl. De luiken voor de ramen zijn geschilderd in blauwwit zandlopermotief. Op het torentje staat een windvaan met ruiter te paard, symbool voor De Ruiterberg. In 2013 heeft Natuur-monumenten het gebouw opgeknapt en heeft het de oorspronkelijke dakbedekking van leisteen terug.
Daarna is het weer de bossen in op weg naar de uitzichttoren de Kaap. De 26 meter hoge uitzichttoren is een hele klim! 132 trapjes naar boven en ook weer 132 trapjes naar beneden. Boven kun je genieten van een prachtig uitzicht. We zien de Dom van Utrecht liggen. Ook zien we in de verte Amersfoort en Wijk bij Duurstede. De toren verrees in 2006. Het heeft een stalen frame dat bekleed is met larikshout uit de Kaapse Bossen.
Nadat we hier ruimschoots hebben rond gekeken lopen we weer verder en komen langs de Doornsche Kei. Deze zware zwerfsteen was een van de attracties van de Kaapse Bossen in de jaren dertig. Het gevaarte staat symbool voor de IJstijden, toen de schuivende ijsmassa veel zwerfkeien uit Scandinavië achterliet. En wie de sokkel van de steen goed bekijkt, kan letters ontdekken. De tekst luidt: De Doornsche Kei. Rond 1900 kregen mensen meer vrije tijd en kwam het toerisme op gang, zoals een uitje naar de Kaapse Bossen. De eigenaren van het landgoed bouwden verschillende attracties in het bos. Behalve deze kei zorgden ook twee uitzichttorens en een stenen tafel voor vermaak van de bezoeker. Om al dat moois te zien moest je dan wel entree betalen.
Daarna is het weer de bossen in op weg naar de uitzichttoren de Kaap. De 26 meter hoge uitzichttoren is een hele klim! 132 trapjes naar boven en ook weer 132 trapjes naar beneden. Boven kun je genieten van een prachtig uitzicht. We zien de Dom van Utrecht liggen. Ook zien we in de verte Amersfoort en Wijk bij Duurstede. De toren verrees in 2006. Het heeft een stalen frame dat bekleed is met larikshout uit de Kaapse Bossen.
We naderen het eindpunt van de wandeling en komen we weer bij Chalêt Helenaheuvel aan. Daar nemen we plaats op het terras voor een heerlijk kopje koffie met gebak.
Samengevat: het was een mooie wandeling. Niet al te lang
en de route was heel goed gemarkeerd met bordjes. Het is een mooie omgeving en
de uitkijktoren is de moeite van het beklimmen waard.