woensdag 28 februari 2018

Loonse- en Drunense duinen 11 km.

Wandeling Loonse- en Drunense duinen (11 km) [voor route klik hier]
Dinsdag 13 februari 2018

Het is een zonovergoten wintermiddag in februari als we richting Giersbergen rijden. Daar start bij herberg de Drie Linden een knooppunten-wandeling, door de Loonse- en Drunense Duinen, van ongeveer 11 kilometer. Het beginpunt is makkelijk te vinden en er is parkeergelegenheid in overvloed.

Vanuit het gehucht Giersbergen met zijn rietgedekte boerderijen wandelen we rond de klok van 12.00 uur, eerst door de bossen over de Zwarte Berg naar de eerste zandvlakte. Lopen door het rulle zand kost meer energie, maar de prachtige omgeving doet je dat snel vergeten. Vlakbij knooppunt 82 kun je een pauze nemen bij horecagelegenheid  
de Rustende Jager. Daar maken we gebruik van de lunch. 




Als we weer verder gaan bereiken we via kronkelende paden  de grote zandvlakte en steken die vanaf knooppunt 34 recht over naar het volgende bos (35). Het is lastig lopen door het mulle zand en het is goed voor te stellen dat je hier zomers niet moet zijn bij 30°; het kan dan gloeiend heet worden. Maar vandaag is het een frisse winterdag en is het goed toeven op de zandvlakte. Het meeste gaat het echter door bossen en goed aangelegde paden. Het is een mooie wandeling, niet al te lang dus voor een middagje is dit goed te doen.










Hieronder nog wat extra info over de Loonse- en Drunense duinen:
De Loonse en Drunense Duinen is een zandvlakte van wel 270 hectare. Dat zand zorgt voor nogal extreme omstandigheden: de bodem is droog en voedselarm. Het verschil in temperatuur tussen dag en nacht kan oplopen tot wel 50 graden Celsius. Dat zorgt voor een unieke flora en fauna. De dieren en planten hebben zich aangepast of voelen zich juist thuis bij droogte, schraalheid en temperatuurschommelingen. Zandzegge en diverse korstmossen, bijvoorbeeld. En de levendbarende hagedis, zandloopkevers en zandbijen. Allemaal soorten die houden van zand.


In de laatste IJstijd bliezen de poolwinden zand vanuit het noorden naar Brabant, waar het in dikke pakketten bleef liggen. Lange tijd was deze zandvlakte met oerbossen bedekt. Tot in de veertiende eeuw de bomen werden gekapt door mensen. Die gebruikten het hout als brandstof. De kale vlakte vulde zich met heide, waar de boeren hun vee op liet grazen. Deze intensieve begrazing en het plaggen van de bodem putte de bodem uit. Hierdoor kreeg het zand vrij spel. Lange tijd was het zand een groot probleem voor de bewoners. Dorpen en akkers dreigden eronder te verdwijnen. Er werden bomen aangeplant, die het oprukkende zand een halt moesten toeroepen. Daarvan zie je vandaag de dag nog de sporen: vind de ondergestoven bomen die alleen met hun kruinen nog boven de zandheuvels uitpiepen.










Geen opmerkingen: